Sommige atleten hebben bijna geen snelheidstraining nodig en toch zijn ze zeer snel en explosief. Denk maar aan lopers of fietsers die heel veel duurtraining doen. Andere atleten zijn helemaal niet snel en explosief. Zij blinken uit in de combinatie kracht/uithouding. Toch willen ze ook snel zijn door veel snelheid te trainen, maar het lukt maar niet. Hoe komt dat precies? 

Waarom heeft de ene atleet veel snelheidstraining nodig en de andere niet?

Prestaties verbeteren d.m.v. gerichte training

Het is geen geheim dat atleten hun prestaties kunnen verbeteren door middel van gerichte training. Snelheidstraining is een belangrijk onderdeel van de training voor veel atleten, maar niet iedereen heeft evenveel snelheidstraining nodig. We gaan er eens dieper op ingaan waarom de ene atleet veel snelheidstraining moet doen en de andere niet.

Fysieke eigenschappen

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen dat atleten verschillende fysieke eigenschappen hebben. Sommige atleten hebben van nature meer aanleg voor snelheid dan anderen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de verhouding tussen spiervezels, de lichaamsbouw of de genetische aanleg van een atleet. Atleten die van nature al snel zijn, hebben mogelijk minder snelheidstraining nodig dan atleten die minder aanleg hebben.

Snelheidstraining is sportgebonden

Een ander belangrijk aspect is de sport waarin de atleet actief is. Voor sommige sporten is snelheid essentieel, terwijl voor andere sporten andere vaardigheden belangrijker zijn. Zo hebben sprinters en voetballers bijvoorbeeld veel baat bij snelheidstraining, terwijl langeafstandslopers en zwemmers minder snelheidstraining nodig hebben en zich meer moeten richten op duurtraining. 

Triatlonsport, veel snelheidstraining of net niet?

De triatlonsport is gekend als een uithoudingssport. Velen denken dan ook dat ze vooral lange duurtrainingen moeten doen. Je zou kunnen zeggen dat atleten die zich focussen op de korte afstand vooral snelheidstrainingen moeten doen en de langeafstandsatleten niet. Maar bij de profs zien we steeds meer een tendens dat ook langeafstandsatleten geregeld een vo2max blok verwerken in hun training. Niet onlogisch als je ziet hoe hard er tegenwoordig gezwommen, gefietst en gelopen worden in de long distance wedstrijden. Let op, wil jij als recreatief atleet ook een snelheidsblok inpassen in je schema? Zorg dan steeds dat je eerst een goede basis hebt alvorens je hiermee start. Je wil natuurlijk geen blessures oplopen. Je kan je ook steeds laten begeleiden door een triatloncoach. Je kan hier een vrijblijvend gesprek aanvragen met Coach Jens van Animo Running & Triatlon Coaching. 

Pas je training aan, aan je doel

Tot slot zijn ook de individuele doelen en prestatieniveaus van de atleet van belang. Een atleet die zijn of haar persoonlijke record wil verbeteren, zal vaak meer snelheidstraining nodig hebben dan een atleet die zich richt op het behouden van zijn of haar huidige niveau. Ook atleten die op hoog niveau presteren, hebben vaak meer snelheidstraining nodig dan beginners.

Conclusie

Kortom, de behoefte aan snelheidstraining varieert per atleet, afhankelijk van factoren zoals natuurlijke aanleg, sport, positie, afstand, individuele doelen en prestatieniveaus. Een goed trainingsprogramma houdt rekening met deze verschillen en is afgestemd op de individuele behoeften van de atleet. Dit kan helpen om de prestaties te optimaliseren en blessures te voorkomen.

Volg je mij al?

Wil je graag mijn sportieve prestaties & publicaties van blogs op de voet volgen? Like dan zeker even mijn atletenpagina of volg mij op Strava!

29 juni 2023